Vis in het water

Ik herinner het me niet al te best meer (was het in Nederland? Was het op werkweek in Berlijn? Was het voor KCV? Wat voor museum was het eigenlijk?) maar ik weet nog goed dat iemand voor het eerst tegen mij zei dat ik voor de klas moest. Ik had net een (eerlijk gezegd niet al te best voorbereidde) presentatie gegeven bij één of andere klassieke vaas en de docente Klassieke talen gaf me een 8. Ze vond dat ik het zo naturel vertelde, dat ik de hele groep wist te bereiken en dat ik er serieus over na moest denken om van lesgeven mijn beroep te maken.

Ik was toen vooral blij dat ik met minimale inspanning weer eens een maximum resultaat had bereikt. Maar wat ze zei was wel waar. Ik sprak makkelijk voor een groep en vond presenteren nooit erg. Er zijn mensen die liever een baantje trekken in een zwembad vol kwallen en witte haaien, maar ik niet. Toen ik eenmaal echt voor het onderwijs had gekozen vond ik mijn stages alleen maar leuk en af en toe zwaar, maar nooit eng. Mijn eigen showtje opvoeren, in het middelpunt van de belangstelling staan, lekker de baas spelen. Lesgeven paste helemaal in mijn straatje.

Toen ik daarmee moest stoppen, was ik dan ook nogal teleurgesteld. Dan maar helemaal geen onderwijs meer, dacht ik recalcitrant. Maar in de afgelopen periode dat ik begeleid werd door het re-integratiebureau, bleek toch dat in het onderwijs mijn hart ligt.

Gisteren stond ik voor een groep tweedejaars studenten ergotherapie op de Hogeschool Rotterdam. Mijn re-integratiejuf had mij meegevraagd om mijn verhaal te vertellen, als ervaringsdeskundige bij haar inhoudelijke verhaal over re-integratie. Toen ze me hiervoor vroeg was ik meteen dolenthousiast, en op het moment dat ik de grote collegezaal binnenliep en de groep zag, werd ik alleen nog maar enthousiaster. Moeilijke groep, zei ze. Ze werden maar niet stil en leken ook niet echt geïnteresseerd. Dan moet je net mij hebben. Ik zorg namelijk wel dat je geïnteresseerd raakt, of je nu wil of niet.

Ik ben gisteren voor een half uur naar Rotterdam gegaan en was volledig gesloopt toen ik thuiskwam. Maar voor zo’n groep kom ik tot leven. Ik geniet ervan mijn verhaal te vertellen, jongeren bij de kladden te pakken en ze mee te slepen en als er dan een grinnik door de zaal rolt omdat ik weer eens een geniale grap heb gemaakt, krijg ik daar een kick van waar ik nog dagen op door kan. Het is gaaf om studenten een praktijkvoorbeeld als kapstok te bieden waar zij hun leerstof aan kunnen ophangen, het is tof om na afloop complimenten te krijgen over hoe ik me opstel en mijn leven ingedeeld heb, maar het is magisch om een groep voor je te hebben zitten die naar je luistert. En dan ook nog af en toe om je lacht. Dat is echt onbetaalbaar.

Ik ben geen comédienne geworden zoals mijn ouders nog wel eens dachten. Net zo min ben ik nog docente. Maar op de energie die ik van gisteren heb gekregen, kan ik nog dagen door.

En vanmiddag mag ik weer naar mijn pubers met hun Duitse woordjes. Ook dat is een klein feestje waard.

10e180e1871742dc0af03f75d2e9332f

4 gedachtes over “Vis in het water

Plaats een reactie