Cat Lady

Knipsel

Ik ben opgegroeid met huisdieren. We hadden altijd wel een hond, een paar katten, een vergeten konijn en een aantal verdwaalde kippen ergens achterin de tuin tussen de kersenbomen. Toen ik voor het eerst ging samenwonen en mijn toenmalige vriendje en ik vooral heel hard ons best deden om te doen alsof we Grote Mensen waren, kon het Beestje uit het vermaarde Huisje-Boompje-Beestje-ideaal natuurlijk niet lang op zich laten wachten. We reden naar het dierenasiel, trokken daar een aanstellerig knuffelmonster vandaan, noemden haar Elmo en waren ineens kattenouders.

Elmo vond mij een stuk minder lief dan mijn ex en beiden keken ze me altijd nogal zelfgenoegzaam aan als ze mijn hand weer eens had aangevallen en vervolgens poeslief met hem ging knuffelen. Toen ik vertrok liet ik Elmo dan ook achter. Het is soms verstandig om je plaats te kennen in het leven.

Toen ik net aan het werk was, moest ik er vooral niet aan denken om naast al dat nakijkwerk, mijn idiote sportroutine, de avondjes stappen, de brakke ochtenden en mijn poetsobsessie, ook nog iedere week een kattenbak te moeten verschonen. Het huisdier liet dan ook op zich wachten. Helemaal toen ik Lars leerde kennen, die zo mogelijk allergisch was voor alles met haar of veren – inclusief voor mij, bij tijd en wijle. Maar dat betekende niet dat ik het niet miste. Helemaal na het ongeluk, toen ik thuis kwam te zitten, mijn nagels afkloof van verveling en een hondje me een ideale stok achter de deur leek om dan tenminste mijn verbrokkelde hoofd bij elkaar te rapen en een rondje buiten te wandelen. Met een huisdier zou ik wel moeten. Met een huisdier had ik tenminste een doel.

Lars vertrok en ik besloot mijn single lady-leven dan maar helemaal in het cliché te storten en een kat te nemen. Ik wilde eigenlijk een volwassen kat adopteren. Een beestje dat al rustiger was geworden. Dat me niet gek zou maken door in de gordijnen te hangen, aan mijn bank te krabben, me met rust zou laten als ik een slechte dag had. Dat wilde ik eigenlijk allemaal… En toch nam ik een kitten. En dat was de beste keuze ooit.

Pablo Picatso is druk en baldadig. Hij hangt geregeld in mijn handen, mijn benen of mijn rolgordijnen. Hij mauwt ’s ochtendsvroeg klagelijk voor mijn gesloten slaapkamerdeur en heeft ongeveer iedere plant die ik in huis heb aangevreten of omgestoten. Hij knabbelt aan mijn haar, laat me struikelen bij iedere stap die ik zet, zet zijn nagels in alles wat hij tegenkomt en rent het liefste als een bezetene door het huis. Maar hij kan ook heerlijk knuffelen, maakt zo’n heerlijk ‘Prrrrt!’-geluidje wanneer hij me ineens ziet, eet alle vliegen op die er door het open raam naar binnenkomen en bovenal; hij is extreem gezellig.

Ik heb na mijn break-up best een tijdje geworsteld met de invulling van mijn dagen. Er was een bom onder mijn hele structuur afgegaan en het stof wilde maar niet rustig gaan liggen. Thuis was ik helemaal alleen, niemand die aan het einde van de dag nog even langs kwam zetten om een praatje te maken. Maar steeds buiten mijn vertier zoeken vrat alle energie die ik had en zo kwam ik nooit toe aan alle Dingen Die Moeten. Ik denk dat het vrij normaal is om te willen vluchten als je door zoiets gaat. Het kost mij alleen nog nét iets meer dan een ander. En dus is Pablo een uitkomst. Hij brengt gezelligheid en structuur. Hij zorgt ervoor dat ik tenminste iedere dag mijn stem even moet gebruiken, al is het maar om “BLIJF NOU VAN HET DOUCHEGORDIJN AF MET JE KLAUWEN!” te schreeuwen.

Pablo Picatso is de verwendste kitten ooit. Hij krijgt 24-uur per dag aandacht en heeft binnen no-time mijn hele huis overgenomen. Maar het is voor het goede doel. Pablo is mijn therapy-kitten en dat dat mij een crazy cat lady maakt, neem ik dan maar op de koop toe.

IMG_20190619_102856100-01 IMG_20190617_102143510-01

Plaats een reactie