Het is bijna kerst. Vorig jaar keek ik nogal op tegen de feestdagen. Ik ging voor het eerst de kerst in met alle kennis over grenzen, rust zoeken, pauzes inlassen, prikkels vermijden enzovoorts en ik had bijzonder weinig zin al die zaken toe te moeten passen op een feestje waar ik vroeger het hoogste woord voerde, lekker veel wijn dronk en me ongans at aan de meest uiteenlopende zaken. Ik wilde meedoen zoals vroeger en anders niet. Die aversie voel ik dit jaar totaal niet. Ook dat is waarschijnlijk een deel van het acceptatieproces. Ik weet natuurlijk dat ik derde kerstdag waarschijnlijk omval van vermoeidheid en je mij 1 januari ergens ingestort in een hoekje nog zacht ‘gelukkig nieuwjaar hè’ kunt horen mompelen. Maar bovenal weet ik wat ik kan verwachten, ik weet waar ik van kan genieten en dat is best prima.
Het is bijna kerst en Lars heeft vakantie. Sinds hij eind augustus fulltime is gaan werken is er veel voor ons veranderd. Niet alleen is hij een stuk beter in zijn vel gaan zitten, ook voor mij was het prettig. Ten eerste waren de constante zorgen over de toekomst er niet meer en ten tweede was het (in de minst gemene zin) lekker rustig voor mij. Als er de hele dag iemand anders in huis is ga je toch kletsen, het ritme van die ander volgen, (in ons geval) gek doen en dat kost allemaal extra energie. Sinds Lars is gaan werken had ik de dagen volledig voor mijzelf. Wat soms resulteerde in dat ik pas bij zijn thuiskomst om zes uur voor het eerst mijn stem gebruikte, maar vaker in een duidelijk gestructureerde dag die ik volledig onder controle had. Nu heeft hij vakantie en is dus twee weken thuis. Dat is dolgezellig. Ik ben al dubbelgevouwen, mijn haaknaalden zijn al verstopt, ik heb zijn sloffen weggegooid, we hebben tosti’s met brie gemaakt en hij roept weer bazig dat ik moet gaan tukken ’s middags. Maar het kost dus ook wat extra energie.
Het is kerstvakantie. Twee middagen in de week ga ik tegenwoordig naar mijn werkervaringsplaats bij de huiswerkbegeleiding, maar die guppen hebben nu ook vrij. Mijn directrice is altijd heel relaxed geweest in mijn begeleiding. Wat ik kon mocht, en als ik te moe of beroerd was hoefde niets. Wat haar betreft mocht ik ook iedere week opnieuw aangeven op welke dagen ik kwam. Daar ben ik vrij snel mee gestopt. Twee vaste middagen werken geven mij structuur. Ik weet wat ik op die dagen kan verwachten, ik weet hoe ik mijn dagen daar omheen in kan plannen. Het geeft houvast om daar duidelijkheid in te hebben.
Het is bijna kerst en ik heb er best zin in. Behalve dat het best tien graden kouder zou mogen worden en ik een beetje sneeuw ook best gezellig zou vinden, vind ik het dit jaar heerlijk knus. Ik heb een mooie kerststruik (want Lars weigert een boom) met lampjes, een hippe sloophouten kerstboom, een mooie koperen kerstster in het raam en warme nieuwe laarsjes met een heerlijk bontrandje (nep, hè mensen, nep). Ik vermaak me wel.
En toch voel ik me een beetje unheimlich (wat een lekker woord vind ik dat toch!). Ik hóef namelijk niks en daardoor heb ik het gevoel dat ik iets mis. Lars geniet ultiem van zijn vakantie, slaapt uit, gaat naar de sportschool, speelt wat op de Playstation en doet wat klusjes en ik loop maar als een kip zonder kop door het huis te drentelen met mijn ziel onder mijn arm en boven mijn hoofd een groot vraagteken. Ik heb de afgelopen dagen bijna twee kilometer wol opgehaakt en er zijn drie wassen gedraaid en opgevouwen. Ik doe heus wel iets. Toch voelt het alsof ik helemaal niet uit de verf kom. Ik vaar bijzonder wel bij structuur en die ontbreekt nu.
Net als vorig jaar wordt dit weer een kerst als nooit eerder. Maar in tegenstelling tot vorig jaar ga ik ervan proberen te genieten. Oud&Nieuw hetzelfde verhaal. Het zijn feestjes die ik gratis en voor niets in mijn schoot geworpen krijg en waar ik dan ook maar een feestje van ga maken ook. Maar het echte feest begint wat mij betreft weer op 4 januari. Als iedereen weer normaal doet, Lars en ik allebei weer gaan werken en mijn leven zijn oude, autistische structuur weer aan kan nemen. Heerlijk!