In de meivakantie was ik een weekje in Spanje. Helemaal bevangen van het mooie weer, de twee Spaanse oude dametjes die mij een Werter’s original aanboden en zeiden dat ik toch te jong was om voor de klas te staan (‘oh stop it, you’), de sangria en de toffe broek die een vriendin aan had, kocht ik in een opwelling een geweldige zomerbroek voor bijna niets. Hij zat heerlijk en Lars zei dat ik er lange benen in kreeg, dus ik was volmaakt gelukkig. Ik moest alleen niet naar mijn eigen benen kijken.
Ik heb moeite met het kijken naar scherpe contrasten. Mijn fysiotherapeute in het revalidatiecentrum droeg wel eens een jasje met een druk zwart-wit patroon. Als ik met haar in gesprek was, voelde het alsof haar jasje danste en de vloer bewoog. Sowieso was het revalidatiecentrum niet erg SI-proof ontworpen. Op de vloer lag een druk houtpatroon, de deuren bestonden uit een ander druk hout en tegen de muren lag een 40cm hoge plint van weer een ander soort hout. In de grote hal waren de overlopen en bruggetjes afgezet met een glazen wandje, met een ingewikkeld patroon van witte stippen. Door de wand heen kon je nog net de vloer op de begane grond zien, bestaande uit diagonaal gelegde rode stenen. Op slechte dagen moest ik met mijn ogen dicht en mijn hand op de leuning oversteken van de ene kant van het gebouw naar de andere. Anders viel ik om.
Scherpe contrasten doen letterlijk pijn aan mijn ogen en mijn hoofd. Ik word er misselijk en draaierig van en het lijkt alsof het drukke materiaal zelf gaat bewegen. Strepen zijn het ergste, zeker die Bretonse streep die nu zo lekker ‘in’ is. Mijn zusje en haar vriendje zijn trouwe aanhangers van de streepjesbrigade. Als ik die zie probeer ik altijd naast ze te gaan zitten, in plaats van tegenover. Ik mis zo waarschijnlijk alle nieuwe kapsels en mochten ze ooit een gezichtstatoeage nemen kan het maanden duren voor ik het door heb, maar ik hoef dan in ieder geval niet naar hun blauw-witte streepjes te kijken.
Laatst zag ik een jurkje waar ik op slag verliefd op werd. Maar: streepjes. Wat dat betreft is het wel goed voor de portemonnee. Voor mijn relatie ook. Want mijn voorliefde voor achterlijk drukke behangetjes (zoals in mijn oude huis) is een stille dood gestorven zonder dat Lars er ruzie over heeft hoeven maken. Ieder nadeel heeft wat dat betreft daadwerkelijk een voordeel.
Maar met de problemen met mijn nieuwe broek heb ik me nog niet verzoend. Ik kijk wel gewoon niet naar mezelf in de spiegel als ik hem draag. En als ik ga zitten, alleen maar aan tafel.
Ik krijg er lange benen in, namelijk. En dat is echt voor het eerst.