Door de hitte van vorige week kwam deze zomer plotseling terecht in het rijtje van heetste zomers sinds mensenheugenis (ofzo). Iedereen verdronk ineens massaal in muistromen, strandtenthouders meldden in het journaal dat door die paar mooie dagen hun seizoen toch nog goedgemaakt was en op internet riep iedereen zo hard mogelijk dat het hoe dan ook een slechte zomer was. En ik vroeg me af: waar was ik al die tijd?
Want ik heb geen slechte zomer meegemaakt eigenlijk. Ik heb heerlijke avonden op het strand staan volleyballen in de ondergaande zon, ik heb op een terrasje wijntjes zitten drinken, ik heb gezwommen in zee, ik heb met mijn zussen geshopt in Haarlem en ervan gebaald dat we niet in de tuin mochten zitten met zijn drieën vanwege geluidsoverlast voor de buren (alsof wij herrie maken!). Ik heb in de zon staan wachten voor het bruidsjurken passen met mijn beste vriendinnetje, ik heb staan zweten als een otter in de bovenwoning van een vriend op diens surpriseparty. Ik heb een drankje gedaan aan het IJ, gebarbecued bij mijn ouders in de tuin, boeken gelezen op mijn e-reader op het balkon, op de loungeset in de tuin in aanleg van een vriendin van mij van de zon genoten, een heerlijke middag doorgebracht op de boot van mijn schoonvader op de Kaag… Ik heb, kort gezegd, een geweldige zomer gehad.
Dus liep iedereen nou ineens ontzettend Nederlands te zeiken op de Nederlandse zomer, of heb ik gewoon niet op zitten letten? Waar, vroeg ik me af, was ik dan tijdens al die regen, kou, onweer en ellende?
En het antwoord is eigenlijk heel simpel: in mijn bed.
Ik heb afgelopen zomer belachelijk veel ontzettend leuke dingen gedaan. Meer dan ik voor mogelijk had gehouden en meer dan in de vorige twee zomers bij elkaar. Maar al die leuke dingen hadden ook een keerzijde. Ik heb namelijk het grootste deel van de zomer in bed gelegen. Of op de bank met de gordijnen dicht. Ik heb de laatste maanden ongelooflijk gepiekt, maar ook weer de diepe dalen gekend die ik ergens dacht achter me te hebben gelaten.
Ik kan het natuurlijk mooier maken dan het is, maar die dalen waren vreselijk. Er zat totaal geen balans in mijn zomer en ik heb me op heel veel dagen heel erg ellendig gevoeld. Ik heb ook nog nooit zo vaak Lars iets te eten laten afhalen, omdat ik niet eens meer kon denken aan koken of uitleggen wat Lars zou moeten koken. En zodra ik me dan weer wat beter voelde, diende het volgende geweldige uitje zich weer aan. Begrijp me goed, daar genoot ik met volle teugen van. Maar na iedere uitspatting had ik langer nodig om bij te komen. Het was uiteindelijk rennen of stilstaan en niets ertussenin.
Zo ben ik altijd wel geweest. Het was altijd al lachen of huilen, manisch of depressief. Dus het past ook wel bij mijn persoonlijkheid. Maar voor mijn algehele gesteldheid was de afgelopen tijd iets te veel. Ik voel me in een paar weken tijd tien jaar ouder geworden.
De pret is voorbij. Sinds vorige week is Lars weer terug op zijn werk en vanaf deze week mag ik ook weer twee middagen per week aan de slag. De structuur is terug en daarmee het overzicht en de rust in mijn kop.
Volgende week voel ik me vast weer gewoon 65, zoals ik me al een paar jaar voel. En alle mooie dingen die ik deze zomer gedaan heb, pakt niemand mij meer af. Want het mag dan slecht weer zijn geweest, ik heb een geweldige zomer gehad!